Schatzoeken in de winter
Als het toeristenseizoen in de Médoc voorbij is begint een periode van rust en contemplatie, of zo u wilt beschouwing. Misschien is het ook een tijd van melancholie of zelfs zwaarmoedigheid. In ieder geval wordt het nu vroeger donker en regent het vaak. Maar met dit seizoen komen ook de krachten samen en komen de stormen. De zee, die in de zomer zoveel zand naar de stranden van de Médoc heeft aangevoerd, neemt nu het meeste weer terug of vreet zich zelfs nog een stuk verder in het plateau van de Médoc. Maar de zee brengt ook wat aan land, iets dat het waard is om naar te kijken. Tenminste voor degenen die genoeg ontdekkingszin en verbeeldingskracht hebben en die enthousiast kunnen worden van de verscheidenheid van al datgene, dat vanuit de hele wereld op het strand aanspoelt.
Onlangs hebben we een kabeltouw gevonden, lang, zwaar en vol met mosselen. Hebben we een kabeltouw nodig? Eigenlijk niet. Maar zoiets kan je toch niet zo maar laten liggen, zoals ook zoveel andere dingen. Het is natuurlijk wel een beetje moeilijk om voor alle vondsten ergens een plaatsje te vinden, vooral als het zo groot is als deze kluwen touw. Een prachtige boomstronk, die uitstekend geschikt zou zijn om als hakblok te dienen moeten we daarom jammer genoeg laten liggen. Maar het kabeltouw slepen we mee naar huis en bergen het daar voorlopig op.
Veel mensen versieren met hun vondsten hun tuinen en hun huizen. Onze vriendin Brigitte heeft meer creativiteit: zij maakt van wat zij op het strand heeft gevonden beelden en andere kunstvoorwerpen. Op een markt in Gaillan troffen wij een kunstenaar (Jean-François SERVAT), die uit liefhebberij uit aangespoelde stukken hout menselijke figuren maakt. En wat kan men er verder nog mee doen? Weggeven misschien? Wie heeft er nog een dik, groen kabeltouw van ongeveer 50 meter nodig?
Christian Büttner / Elke Schwichtenberg (Saint Vivien) 2009 vertaling: Marius van Deventer