Philibert, de harstapper
In het uitgestrekte land zie je geen andere boom
dan de den, met wonden op zijn flanken;
want de mens, de vrekkige uitzuiger,
die slechts leven kan van wat hij doodt,
heeft, om zijn harstranen weg te nemen,
in zijn gepijnigde stam een lange snee gemaakt!
De bossen van de Gascogne strekken zich uit van de noordpunt van de Gironde tot aan het uiterste zuiden van het departement Landes. Tot 1990 werd in deze bossen hars gewonnen. Maar in dat jaar borg de laatste harstapper zijn potten en werktuigen weg.
Die laatste harstapper heette Philibert. Hij had, net als zijn vader, zijn grootvader en al zijn andere voorvaderen zijn hele leven in het bos gewoond. Zijn huis? Een hutje, verloren in het bos en goed verborgen. Philibert was kerngezond, de zuivere lucht van de dennen en de hars hadden zijn longen goed gedaan. Zijn leven was eenvoudig en karig, maar hij had nog de tijd om de bloemen te zien groeien, “zijn” bos te bewonderen, in de zomer en de herfst heide te plukken en af en toe zag hij een fazant, die met een schorre kreet opvloog.
Philibert wàs het bos. De bomen waren zijn kinderen en hij bewaakte ze zorgvuldig. En dan opeens op een dag….pats, afgelopen! Dat was
“de” dag. Het einde van de harswinning, voorbij was het aftappen van de hars en het opvangen daarvan in de potten aan de bomen. Producten,
afgeleid van aardolie hebben harswinning naar de rommelzolder van de geschiedenis verwezen. En zo ging het ook met Philibert. Hij had
zich zo sterk met de dennenbomen geïdentificeerd dat hij veranderde in een boom.
En nu is Philibert bij ons
??? en we hopen dat hij gelukkige dagen doorbrengt in de bloesemgeur van de
Mexicaanse sinaasappelboom in onze tuin. Rust uit, Philibert, en wie weet? Op een dag zullen wij je misschien weer meenemen naar het
bos vlak bij ons huis, met je snoeimes en je pot, want er wordt al weer zachtjes gesproken over het hervatten van de harswinning.
der Harzgewinnung.
Ik hoop dat u de flinke Philibert in uw hart hebt gesloten. Tot gauw!
2013
Simone Casabon (Le Taillan)
De versregels aan het begin zijn van de schrijver Théophile Gautier (1811-1872). Ze zijn in Frankrijk zo bekend dat de meeste Fransen ze direct herkennen.
vertaling: Marius van Deventer